Vlaamse gebarentaal richtgraad 2
•
Opbouw en modules
-
De cursist leert informatie vragen en geven zoals bijvoorbeeld in een gesprek. Hij kan ook een instructie en wensen uiten en vragen naar de noden of gevoelens van zijn gesprekspartner. Hij leert ook eigen geproduceerde teksten vastleggen door middel van verschillende informatiedragers. De communicatie is vrij kort, de zinnen en woorden zijn eenvoudig en foutieve taal komt nog geregeld voor. De articulatie van de gebaren is al vrij goed verzorgd en het tempo is bedachtzaam. De cursist leert signwriting en vingerspelling. Het spellen gebeurt in een normaal tempo. De cursist kan VGT-gebaren, neergeschreven in signwriting, en - in een normaal tempo geproduceerde - gevingerspelde woorden lezen. De cursist kan de hoofdgedachte achterhalen in een verslag bijvoorbeeld en specifieke informatie zoeken in een interview. De teksten die visueel worden beluisterd zijn kort, bevatten enkel expliciete informatie, zijn samenhangend en geproduceerd in een gebarentaalvariant die de cursist leert. Het tempo waarop ze worden geproduceerd is aangepast en er kan visuele ondersteuning bij te pas komen.
- Studiebewijs
- Deelcertificaat
- Lestijden
- 120
Zoek waar je dit kan volgen -
De cursist leert informatie vragen en geven zoals bijvoorbeeld in een gesprek of in een opdracht. Hij kan verslag uitbrengen van bijvoorbeeld een gebeurtenis en een samenvatting geven van informatie of van een verhaal. De cursist leert ook gericht naar een bekend iemand een mening en een standpunt verwoorden en vragen naar de mening van de andere in een gedachtewisseling bijvoorbeeld. Hij leert ook eigen geproduceerde teksten vastleggen door middel van verschillende informatiedragers.De communicatie is vrij kort, de zinnen en woorden zijn eenvoudig en foutieve taal komt nog geregeld voor. De articulatie van de gebaren is al vrij goed verzorgd en het tempo is bedachtzaam. De cursist leert signwriting en vingerspelling. Het spellen gebeurt in een normaal tot vrij hoog tempo. De cursist kan VGT-gebaren, neergeschreven in signwriting, en - in een normaal tot vrij hoog tempo geproduceerde - gevingerspelde woorden lezen. De cursist kan alle gegevens begrijpen in een instructie bijvoorbeeld en hij kan zich een mening vormen over informatie uit een gesprek. De teksten die visueel worden beluisterd zijn kort, bevatten enkel expliciete informatie, zijn samenhangend en geproduceerd in een gebarentaalvariant die de cursist leert. Het tempo waarop ze worden geproduceerd is aangepast en er kan visuele ondersteuning bij te pas komen.
- Studiebewijs
- Deelcertificaat
- Lestijden
- 120
Zoek waar je dit kan volgen -
De cursist leert informatie vragen en geven zoals dat bijvoorbeeld gebeurt in een gesprek. Hij leert instructies uiten, zijn noden verwoorden en vragen naar die van anderen. Hij leert ook eigen geproduceerde teksten vastleggen door middel van verschillende informatiedragers. De communicatie is relatief kort, de zinnen en woorden zijn eenvoudig maar het taalgebruik is in toenemende mate adequaat. De cursist past de stijl van de gebaren in stijgende mate aan de situatie van de gesprekspartner aan. De taal is over het algemeen correct. Het tempo is redelijk vlot. De cursist leert signwriting en vingerspelling. Het spellen gebeurt in een vrij hoog tempo. De cursist kan VGT-gebaren, neergeschreven in signwriting, en - in een vrij hoog tempo geproduceerde - gevingerspelde woorden lezen. De cursist kan de hoofdgedachte achterhalen in bijvoorbeeld een toneelstuk in de VGT. Hij kan specifieke informatie zoeken in teksten zoals een interview. De teksten die visueel worden beluisterd zijn relatief kort, bevatten occasioneel impliciete informatie, zijn duidelijk gestructureerd en geproduceerd in een gebarentaalvariant die de cursist leert, occasioneel echter worden ook teksten in andere varianten aangeboden. Het tempo waarop ze worden geproduceerd is natuurlijk en er kan visuele ondersteuning bij te pas komen.
- Studiebewijs
- Deelcertificaat
- Lestijden
- 120
Zoek waar je dit kan volgen -
De cursist leert informatie vragen en geven zoals dat bijvoorbeeld gebeurt in een gesprek. Hij leert opdrachten verwoorden, verslag uitbrengen over een gebeurtenis en een samenvatting geven van een verhaal bijvoorbeeld. Hij leert ook, gericht naar iemand die hij kent, een mening en een standpunt verwoorden en vragen naar de beleving van de gesprekspartner in bijvoorbeeld een discussie. Hij leert ook eigen geproduceerde teksten vastleggen door middel van verschillende informatiedragers. De communicatie is relatief kort, de zinnen en woorden zijn eenvoudig maar het taalgebruik is in toenemende mate adequaat. De cursist past de stijl van de gebaren in stijgende mate aan de situatie van de gesprekspartner aan. De taal is over het algemeen correct. Het tempo is redelijk vlot. De cursist leert signwriting en vingerspelling. Het spellen gebeurt in een hoog tempo. De cursist kan VGT-gebaren, neergeschreven in signwriting, en - in een hoog tempo geproduceerde - gevingerspelde woorden lezen. De cursist kan alle gegevens begrijpen in een instructie bijvoorbeeld en kan zich een mening vormen over een debat. De teksten die visueel worden beluisterd zijn relatief kort, bevatten soms impliciete informatie, zijn duidelijk gestructureerd en geproduceerd in een gebarentaalvariant die de cursist leert; er worden ook teksten in andere varianten aangeboden. Het tempo waarop ze worden geproduceerd is natuurlijk en er kan visuele ondersteuning bij te pas komen.
- Studiebewijs
- Deelcertificaat
- Lestijden
- 120
Zoek waar je dit kan volgen
Waar kan je deze opleiding volgen?
Omschrijving van het opleidingsprofiel
De opleiding Vlaamse gebarentaal – R 2 situeert zich in het studiegebied BIJZONDERE EDUCATIEVE NODEN.De taalgebruiker kan communiceren in de meeste vertrouwde talige situaties, zij het nog met beperkte talige middelen.Het niveau 2 stemt overeen met het Thresholdniveau dat de Raad van Europa als volgt beschrijft: Een taalgebruiker op dit niveau “kan de hoofdzaken begrijpen van vertrouwde onderwerpen die geregeld opduiken in onder meer de werksituatie, school en ontspanning, op voorwaarde dat deze onderwerpen in klare standaardtaal zijn geformuleerd. Hij kan zich uit de slag trekken in de meeste talige situaties die zich voordoen in de gebarentaalgemeenschap. Hij kan een eenvoudige en samenhangende tekst produceren met betrekking tot onderwerpen die vertrouwd zijn of tot zijn persoonlijke interessesfeer behoren. Hij kan ervaring en gebeurtenissen, dromen, hoop en ambities beschrijven en kan bondig redenen en verklaringen geven voor zijn plannen en opvattingen.
- Thema's
-
Talen
Talen > Vlaamse gebarentaal
Zorg, welzijn en ondersteuning
Zorg, welzijn en ondersteuning > Zorg en ondersteuning - Ingericht vanaf
- 01.09.2007
- Niveau
- Secundair Volwassenenonderwijs
- Lestijden
- 480
- Toelatingsvoorwaarden
- Meer weten over de voorwaarden
- Studiebewijs
- Certificaat
- Beroepskwalificatie
- Neen
- Diplomagerichte opleiding
- Neen